Paramedici spelen een cruciale rol in het verlenen van adequate zorg. Huidige bewegingen zoals ‘De Juiste Zorg Op de Juiste Plek’, ‘Passende zorg’ en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) versterken deze verantwoordelijkheid. Door zich te verenigen in tal van netwerken borgen paramedici de kwaliteit en samenwerking in de paramedische zorg. Een mooie ontwikkeling waar professional én patiënt baat bij hebben. In theorie. Want inmiddels verdwalen paramedici in een tijdrovend, demotiverend woud aan netwerken.

Ben je benieuwd waar het mis gaat? Lees in dit artikel de inzichten die BeBright heeft opgedaan in het Programma Organisatiegraad Paramedische Zorg, waar paramedici uit veertien regio’s verspreid over Nederland ondersteunt zijn bij het versterken van hun regionale organisatie.

Drie redenen voor netwerken
De wens om een patiënt optimaal te ondersteunen, is voor paramedici een sterke drijfveer om zich te organiseren. Vaak is een netwerk daarom gericht op het efficiënt uitwisselen van kennis, het delen van patiënteninformatie en afstemmen van behandeling in multidisciplinair overleg.

Een netwerk is ook het voertuig voor de professionele ontwikkeling van de (eigen) paramedische beroepsuitvoering. Denk hierbij aan het gezamenlijk organiseren van scholing, ontwikkelen van kwaliteitsbeleid of het samen implementeren van innovaties.

Het positioneren van de beroepsgroep is een derde reden dat paramedici zich organiseren. Immers, een gebundeld geluid maakt paramedici tot serieuze gesprekspartners over urgente thema’s. Bijvoorbeeld de verhouding tussen zorgvraag en -aanbod en de mogelijkheden van paramedici om daarop in te spelen.

Feiten en cijfers
Inmiddels is er een woud aan paramedische zorgnetwerken die elkaar lokaal, regionaal en nationaal kruisen, overlappen en – onbedoeld – belemmeren. Het programma Organisatiegraad paramedische zorg (zie kader) concludeert dat een regio gemiddeld 23 paramedische netwerken bevat.

Ongeveer 71 procent van de netwerken bestaat uit professionals van één paramedische discipline (monodisciplinair) en 29 procent uit verschillende paramedische disciplines of paramedische én medische of niet-medische disciplines (multidisciplinair).

Meer dan de helft van de netwerken (59 procent) zijn specialistisch en gericht op een (groep van) aandoening(en), waar vooral fysiotherapeuten, oefentherapeuten en diëtisten een rol in spelen. Al met al is een (eerstelijns) paramedicus al gauw aangesloten bij drie tot vijf regionale c.q. landelijke netwerken.

Kluwen aan netwerken
Deze analyse legt een belangrijk knelpunt bloot: elk netwerk vraagt om investering in tijd én middelen. Denk alleen al aan verplichte scholing, contributie en deelname aan vergaderingen. Bovendien is deelname aan bepaalde netwerken steeds vaker een eis om bepaalde aandoeningen te mogen behandelen. Kortom, behalve hoge praktijkkosten en minder beschikbare behandeltijd, is ‘vernetwerking’ een flinke opgave voor de paramedici.

Ook andere zorgverleners en ketenpartners, zoals de gemeente, zien door de bomen het bos niet meer. Doordat één duidelijk aanspreekpunt ontbreekt, zijn ze veel tijd kwijt aan de zoektocht naar de juiste paramedicus en aan samenwerkingsafspraken maken over behandeling en overdracht.

De regio is de sleutel
Om de vernetwerking met succes terug te dringen, ligt er een taak bij regionale netwerken. Bundeling en focus zijn hierbij de sleutelbegrippen; door vanuit één regionaal paramedisch netwerk te focussen op en onderling met andere zorgverleners afspraken te maken over behandeling van patiënten, verdwijnt de noodzaak voor allerlei gefragmenteerde samenwerkingsverbanden.

Bundeling schept tevens de nodige helderheid voor de zorgverlener die zoekt naar de juiste paramedicus. Het regionale netwerk kan daar eenvoudig in voorzien, bijvoorbeeld via een website. Transparantie in aanbod en vraag helpt om deze twee effectief bij elkaar te brengen, op regionaal niveau kan het gemakkelijkst een totaaloverzicht gecreëerd worden. Daarnaast kan het netwerk de ontwikkeling van multidisciplinaire behandelprotocollen stimuleren en het gebruik van (bewezen) nieuwe interventies aanjagen.

Daarbij komt dat regionale bundeling de paramedici meer zeggingskracht geeft bij beleidsvorming of in kwesties als patiëntenverplaatsing van huisartsen en specialisten naar paramedische zorg.

Aandachtspunten
Enkele aandachtspunten voor een optimale nieuwe situatie:

  • Ieder regionaal netwerk dient de zorgvraag en het zorgaanbod helder in kaart te brengen. Dit voorkomt dat paramedici zich onnodig toeleggen op een zorgvraag die er niet is en het geeft relevante (sturings)informatie voor regionaal beleid.
  • In een regionaal netwerk dienen alle disciplines vertegenwoordigd te zijn. Een representatieve vertegenwoordiging is belangrijk voor draagvlak en zeggingskracht van een regionaal netwerk. Bij voorkeur is het merendeel van de paramedici aangesloten.
  • Zorg dat elk regionaal netwerk, met of zonder juridische status, een gemandateerd aanspreekpunt heeft voor bestuurlijke overleggen met samenwerkingspartners.
  • Bekijk of bepaalde activiteiten onder te brengen zijn onder de vleugels van de beroepsvereniging. Nu investeren regionale netwerken vaak afzonderlijk in scholing, kennisuitwisseling en opleiding.
  • Nauw contact tussen de regionale netwerken en beroepsverenigingen is essentieel voor de lobbyfunctie. Alleen dan komen regionale knelpunten of voorstellen voor beleid op een hoger niveau goed in beeld.
  • Digitale gegevensuitwisseling is van wezenlijk belang. Met name binnen lokale netwerken is het goed om de mogelijkheden voor verbetering te bekijken.

Meer weten?
Dit opinieartikel is op 13 maart 2023 gepubliceerd in Zorgvisie. Wil je in contact komen met de auteurs? Mail dan naar Marjolein Geurts (marjolein.geurts@bebright.eu).

Interessant artikel? Meld je dan hier aan en ontvang elke 2 maanden de BeBright nieuwsbrief.

Meer weten?

Neem vrijblijvend contact op!