Versnelling van woningbouw is nodig; in veel gemeenten loopt het woningtekort kwantitatief én kwalitatief op. De behoefte aan passende woonvoorzieningen voor de ouderenzorg is onderdeel van die urgentie. Steeds meer zorg moet thuis plaatsvinden, zo wil het kabinet. Maar lukt het gemeenten om de plannen voor wonen en zorg te realiseren? Waar lopen ze tegenaan? Het team Wonen en Zorg & Zorgvastgoed van BeBright deed een survey en brengt oplossingen in beeld.

Met regionale woondeals wil minister De Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, de bouwplannen aanjagen. Recent ondertekende hij drie regionale woondeals in de regio Utrecht/Eemland, goed voor de bouw van 83.500 woningen tot en met 2030. Onderdeel van deze deals zijn ook de bouw van zorggeschikte woningen. Hierbij dienen partners zoals zorgaanbieders betrokken te worden. Dat is in lijn met het beleid van minister Helder voor Langdurige Zorg. In haar WOZO-brief van afgelopen zomer gaf ze aan dat het bouwen van meer verpleeghuizen geen realistische oplossing is en andere oplossingen gevraagd worden.

Voor de komende zeven jaar heeft het kabinet de ambitie om binnen zeven jaar 290.000 woningen te bouwen die geschikt zijn voor ouderen. Op basis van demografische ontwikkelingen en behoeften van ouderen voor een toegankelijke woningen is de ambitie vertaald naar 170.000 nultredenwoningen en 80.000 geclusterde woningen. Verder becijfert het RIVM dat er 40.000 verpleegzorgplekken nodig zijn, waar intensievere zorg gegeven kan worden.

Een concreet en dringend streven dus. Met de woondeals ook een stap om regionale samenwerking te versterken en opgave, ambitie en mogelijkheden te verbinden. Maar hoe ziet de werkelijkheid er nu uit? Voldoen de huidige oplossingsrichtingen en gaat het snel genoeg? Deze vragen waren het uitgangspunt voor de woonzorg-survey die BeBright eind 2022 deed onder gemeenten.

Wetten en praktische bezwaren
Dat wonen en zorg hoog op de agenda staan en dat veel gemeenten hard werken aan de benodigde woonzorgvisie, komt uit de survey duidelijk naar voren. Vaak zijn bij het ontwikkelen van deze visies diverse partijen betrokken zoals woningcorporaties, zorgaanbieders en welzijnsorganisaties.

Maar een woonzorgvisie, een woondeal of plannen blijken geen garantie te zijn voor het werkelijk bouwen van woningen. Behalve tekorten aan bouwlocaties, stijgende kosten en rente, ontwikkelrendementen die onder druk staan en capaciteitstekorten, geven bijna 1 op 6 gemeenten aan dat beleid en/of wet- en regelgeving vaak nog barrières vormen.

Wet- en regelgeving zetten bijvoorbeeld druk op beschikbare middelen en zorgen ervoor dat ouderen niet doorstromen vanwege financiële consequenties. Andere hindernissen zijn langdurige procedures, schotten tussen verschillende financieringsvormen zoals Wlz, Wmo, Zvw, bestemmingsplanregels, de kostendelersnorm, bouwbeperkingen, ontbreken van heldere kaders, financieringsregels voor kleinschalige woonzorglocaties, de marktwerking in de zorg en andere maatschappelijke vraagstukken zoals stikstof.

Bouwagenda
Doordat de nieuwe woonzorgvisie vaak voortborduurt op een al bestaande woon(zorg)visie, ligt de focus in algemeen op nieuwbouwprogrammering. Maatwerk voor een wijk, vanuit het zorg- en welzijnsperspectief, ontbreekt vaak. Dit komt mede doordat er geen overzicht is van het bestaande geschikte woningaanbod voor senioren en de andere kwetsbare doelgroepen. Ook moeten gemeenten vastleggen hoeveel ouderenwoningen er nodig zijn. Het is geen eenvoudige opgave.

Bijna 1 op 3 gemeenten geeft aan dat ze nog te weinig gekeken hebben naar innovatieve woon(zorg)oplossingen, zo blijkt uit de survey. Ook werd duidelijk dat waar creatieve oplossingen mogelijk zijn, er flinke stappen kunnen worden gezet. Denk aan flexwonen, meergeneratiewonen, geclusterd wonen, toepassing van technologie (zorg op afstand). Maar ook bij de totstandkoming van bouwprojecten, bijvoorbeeld in de vorm van CPO’s (Collectief Particulier Opdrachtgeverschap). Daarnaast kunnen, met de juiste aanpassingen, bestaande woningen geschikt gemaakt worden voor wonen met zorg en ondersteuning. Het is belangrijk om samen met zorg- en welzijnspartijen de mogelijkheden van technologische ondersteuning verder te verkennen.

Burgerkracht
Het versterken van sociale cohesie en het betrekken van burgers is van wezenlijk belang om gezamenlijke initiatieven te ontwikkelen en te komen tot een versnelling bij het realiseren van genoemde ambities. Een kwart van de gemeenten in de survey geeft aan haar burgers te betrekken bij de invulling van de woonzorgopgave. Bijna 1 op 6 gemeenten geeft echter ook aan dat burgerparticipatie vooralsnog beperkt blijft tot het informeren over initiatieven die de gemeente onderneemt. Ruim 1 op de 3 gemeenten geeft aan burgers actiever te willen betrekken.

Ondanks dat dit nog geen structureel karakter heeft, biedt het activeren van burgerparticipatie kansen. Ten eerste omdat het de doorstroming op de woningmarkt kan stimuleren. Als ouderen verhuizen van een gezinswoning naar een passende woning, dan ontstaan er tenslotte ook mogelijkheden voor starters en jonge gezinnen op de woningmarkt. Ten tweede omdat het aansluit op het appèl dat in het algemeen op burgers wordt gedaan om zich voor te bereiden op de toekomst. Bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid, sociaal netwerk en de woning. Burgerkracht is het noodzakelijke en het logische antwoord op het tekortschieten van de verzorgingsstaat.

“Over 10 jaar hoop ik dat er overal zorgzame gemeenschappen zijn, waarin bewoners eigenaarschap nemen over het zorgen voor elkaar. Formele partijen sluiten hierop aan, ze bieden ondersteuning, in plaats van dat ze leidend zijn.” – Jan Smelik, NLZVE, vanuit programma Ouder Worden 2040

Hoe kan het wel
Creativiteit en samenwerking komen in de survey naar voren als de sleutelfactoren voor de bouw- en transformatieprojecten die wel zijn gerealiseerd. Nauwe samenwerking tussen bijvoorbeeld lokale woningcorporaties, zorg- en welzijnsorganisaties, gemeenten, institutionele beleggers en zorgkantoren kan leiden tot – bestuurlijk gedragen – woonzorgoplossingen in nieuwe of bestaande locaties. Op basis van gedegen kennis over de regionale opgave en een open dialoog, komt de totale puzzel in beeld. Door samen met zorgaanbieders open en creatief te kijken naar bestaande, aan te passen of zorggeschikte bouw komen mogelijkheden aan het licht voor zorgvormen zoals Volledig Pakket Thuis.

Conclusie
De woonzorg urgentie is groot en het aantal mensen voor wie de woning en de beschikbare zorg niet meer voldoen, loopt snel verder op. Ze hebben dringend een andere leefomgeving en zorg- en ondersteuningsaanbod nodig. Ondanks het landelijke beleid en regionale plannen stagneren de bouwprogramma’s die voor woonzorgvormen zo hard nodig zijn. Wetten, praktische bezwaren, hoge bouwkosten, personeelstekorten, en veel andere belemmeringen staan het realiseren van plannen in de weg.

Creatieve ingrepen en nieuwe denkrichtingen kunnen sterk bijdragen aan het oplossen van de woonzorgvraagstukken. Daarnaast is versterking nodig van burgerkracht, sociale cohesie, mantelzorgondersteuning, technologie en de bewustmaking van eigen verantwoordelijkheid. De rode loper moet uit voor burgerinitiatieven: te vaak worden deze belemmerd door systemen en procedures. Met de juiste randvoorwaarden kunnen burgerinitiatieven zich vruchtbaar ontwikkelen en versnellen.

Woondeals moeten de basis vormen voor de volkshuisvestelijke opgave

Inmiddels zijn 35 woondeals gesloten die moeten leiden tot de realisatie van meer dan 900.000 woningen. De woondeals moeten bijdragen aan het versterken van samenwerking en de gewenste versnelling van woningbouw om het landelijke woningtekort op te lossen. In de woondeals worden afspraken gemaakt over: specifieke locaties, aandeel betaalbare woningen, aandeel sociale huur, huisvesting van aandachtsgroepen en afspraken rondom gezamenlijke opgaven zoals inrichting van openbare ruimte, aanleg van wegen en het vernieuwen van wijken.

Onlangs tekende Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge, samen met alle deelnemende partijen, drie regionale woondeals in en de regio Utrecht/Eemland. Deze deals zijn samen goed voor de bouw van 83.500 woningen tot en met 2030.

Over de survey
De survey is gestuurd aan wethouders van gemeenten met portefeuilles wonen, zorg en sociaal domein en beschermd wonen en maatschappelijke opvang. De survey bestond uit 12 vragen. De respons was afkomstig uit gemeenten uit verschillende regio’s en van gemeenten van verschillende omvang (stedelijk gebied, landelijk gebied). 

Meer weten over onze aanpak? Arnout Siegelaar begeleidt partijen in 25 gemeenten in de regio Utrecht als projectleider van het IVVU-project Wonen en Zorg 2040. Daniel Mogendorff en Arnout Siegelaar zijn actief met wonen en zorg. Wij komen graag met je in contact! Neem contact op met Arnout Siegelaar of Daniël Mogendorff

Interessant artikel? Meld je dan hier aan en ontvang elke 2 maanden de BeBright nieuwsbrief.


Meer weten?

Neem vrijblijvend contact op!