+31(0)30 88 879 27 office@bebright.eu

De publieke en private sector hebben elkaar nodig om het hoofd te bieden aan belangrijke maatschappelijke vraagstukken en thema’s. Deze toegenomen afhankelijkheid vraagt om een nieuw denkkader dat uitgaat van bundeling van krachten als basis voor het gezamenlijk werken aan een hoger maatschappelijk doel. Van het egosysteem bewustzijn naar het ecosysteem bewustzijn. Vertrekpunt van ons denken en handelen is dan dat het hele ecosysteem moet profiteren als we houdbare oplossingen voor de toekomst willen creëren.  Maar welke rollen en activiteiten zijn er eigenlijk nodig voor een succesvolle samenwerking? In opdracht van de Erasmus Universiteit en BeBright is hier onderzoek naar gedaan bij RvN@, een regionaal samenwerkingsverband in de regio Rijk van Nijmegen.

In regionale samenwerkingsverbanden bundelen belanghebbenden, zoals gemeenten, bedrijven, kennisinstellingen en inwoners, hun krachten met als gemeenschappelijk doel het versterken van het innoverend vermogen van de regio. De gedachte daarachter: met een grote verscheidenheid aan relevante partijen samenwerken en daarmee een springplank voor initiatieven vormen, vergroot de kwaliteit en reikwijdte van innovaties. Het deelnemen aan of organiseren van dit dynamische innovatienetwerk is uitdagend. We zien een groeiende behoefte aan handvaten die helpen bij het verder en gerichter ontwikkelen hiervan. Dat riep bij ons de vraag op: succesvol samenwerken in een innovatienetwerk, wat vraagt dat van rollen en activiteiten?

Vier verschillende rollen

Uit de literatuur blijkt dat voor succesvolle samenwerking in innovatienetwerken vier verschillende rollen relevant zijn. De bijeenbrenger, de katalysator, de facilitator en de boundary spanner. Deze rollen hebben we bij RvN@, een succesvol en innovatief regionaal samenwerkingsverband in de regio Rijk van Nijmegen, getoetst in de praktijk. En met succes. Elke rol werd op haar eigen manier en eigen moment in het samenwerkingsproces teruggevonden:

De bijeenbrenger

De bijeenbrenger brengt relevante partijen samen en prikkelt en spoort aan om mee te doen aan het uitwisselen van informatie, visies en ideeën in het innovatienetwerk. De bijeenbrenger:

  • Identificeert relevante partijen
  • Verduidelijkt rollen en brengt het proces in kaart
  • Moedigt interactie aan
  • Geeft (strategische) richting en brengt doelen en verwachtingen op één lijn

 

De katalysator

De katalysator creëert disrupties waardoor de verschillende partijen gestimuleerd worden om outside the box te denken om zo nieuwe, gewaagde ideeën te ontwikkelen. De katalysator:

  • Creëert een gevoel van urgentie en/of maakt relevante partijen bewust van windows of opportunity
  • Voorkomt tunnelvisie, voegt nieuwe mensen aan het netwerk toe en introduceert nieuwe kennis
  • Verandert locaties en manieren van interactie op verrassende manieren
  • Stimuleert partijen om de rol van ambassadeur op zich te nemen

De facilitator

De facilitator creëert een sfeer van coöperatie en partnerschap door duidelijke ‘spelregels’ vast te stellen, dialoog te faciliteren waarin iedereen een stem krijgt en partijen te stimuleren om naar elkaar te luisteren. De facilitator:

  • Organiseert effectieve bijeenkomsten en communicatie
  • Creëert locaties voor informele sociale interactie
  • Ontwikkelt een gemeenschappelijk begrippenkader
  • Bemiddelt bij conflicten
  • Verwijdert obstakels voor samenwerking

De boundary spanner

De boundary spanner overbrugt organisatorische grenzen en koppelt de eigen organisatie met de complexe omgeving. Dit doet zij op twee manieren:

  • De organisatie mee laten bewegen met de ontwikkelingen in het netwerk
  • Buiten de eigen organisaties duurzame relaties creëren en onderhouden

 

Adaptief vermogen en flexibiliteit

Een duurzaam innovatienetwerk vraagt vanwege haar dynamiek om een hoge mate van adaptief vermogen. En daarmee een dynamische benadering van rollen. Het afwisselend inzetten van verschillende rollen blijkt de sleutel tot succesvol samenwerken. Dat vraagt om (ruimte voor) flexibiliteit, om in te kunnen spelen op de (veranderende) omstandigheden. Zo bleken bij RvN@ de bijeenbrenger en de katalysator met name invloedrijk aan het begin van het samenwerkingsproces. De bijeenbrengerzorgt voor een diverse groep van welwillende, gemotiveerde partijen die weten wat hen te wachten staat en wat er van hen wordt verwacht. De katalysatoris verantwoordelijk voor het bewustzijn van de windows of opportunity, triggert partijen om (actief) deel te nemen en buiten de gebaande paden te durven denken en handelen. Daarnaast kan de katalysator met een ander accent in de laatste fasen de toewijding aan het proces hooghouden en daarmee de snelheid van het samenwerkingsproces borgen.

De facilitator en de boundary spanner zijn door het gehele proces van invloed. De facilitator met name als het gaat om het organiseren van effectieve bijeenkomsten en communicatie, de boundary spanner door mensen/partijen met elkaar te verbinden, ontmoetingen te componeren en waar mogelijk als vertaler naar de eigen organisatie op te treden. Beide laatstgenoemde rollen kenden in de praktijk echter nog onbenutte kansen. Er was bij RvN@ veel aandacht geschonken aan deze rollen en activiteiten met betrekking tot het versnellen van het beginproces, maar nog (te) weinig aan rollen en activiteiten die hen ondersteunen bij de volgende fasen. Dat betekent ook dat rollen op een andere manier zouden kunnen worden ingevuld. Bijvoorbeeld: meer aandacht bij de boundary spanner voor het verankeren van ontwikkelingen in het netwerk in de individuele organisaties, en meer focus bij de facilitator op fasen en bijbehorende onderwerpen die de projecten op dit moment in het proces vooruit zouden kunnen helpen, zoals bijvoorbeeld implementatie en verspreiding van innovaties.

Actuele maatschappelijk vraagstukken, zoals vraagstukken rond wonen en zorg, voedselvoorziening of leefstijl, worden steeds complexer en oplossingsrichtingen vragen steeds vaker om samenwerking in de regio. De urgentie om succesvol samen te werken in regionale ecosystemen wordt dan ook steeds groter. Dit bericht is een herplaatsing van een eerder verschenen artikel op 5 mei 2019.

De vier rollen zijn onderzocht in opdracht van de Erasmus Universiteit en BeBright en worden uitgebreid toegelicht in de masterscriptie ‘Rollen in innovatienetwerken: de invloed van samenbrengend, onderhoudend, disruptief en verbindend vermogen’ van Anouk Neureiter di Torrero, geschreven voor het masterprogramma Management en Governance van Complexe Systemen.

Benieuwd naar hoe én wanneer jij deze vier verschillende rollen het beste kan inzetten voor een succesvolle regionale samenwerking? Neem contact op met Ellis Boerkamp, Jules Coenen, Daniël Mogendorf of Hidde van den Akker.