+31(0)30 88 879 27 office@bebright.eu
Zes sleutels voor succesvolle zorgvernieuwing

Zes sleutels voor succesvolle zorgvernieuwing

BeBright geeft met Zorg Enablers ieder jaar een overzicht van de belangrijkste technologische ontwikkelingen die volop kansen bieden om de zorg te verbeteren. Maar hoe kan technologie bijdragen aan de hoognodige transformatie van de zorg? Gebaseerd op de leerlessen van succesvolle implementaties uit Zorg Enablers zetten we zes sleutels voor succesvolle zorgvernieuwing op een rij.

Er komen veel innovatieve technologieën op ons af. De coronacrisis heeft laten zien dat technologische ontwikkelingen daadwerkelijk onderdeel kunnen zijn van het zorgproces. De vraag is welke technologie de zorg van vandaag en morgen gaat veranderen. Het aanbod van nieuwe technologie is overweldigend en de mogelijkheden zijn ontelbaar. Zo zijn er alleen al ruim 327.000 gezondheidsapps beschikbaar. Maar wat draagt nu werkelijk bij aan de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg? Het gaat dan niet over het introduceren van de technologie als zodanig, maar om de wijze waarop de technologie daadwerkelijk waarde toevoegt voor de gebruikers: patiënten én zorgprofessionals. Hoe zorgen we ervoor dat technologie een zo optimaal mogelijke bijdrage levert aan zorginnovatie? Of beter nog: hoe kan technologie bijdragen aan de hoognodige transformatie van de zorg? Het zijn spannende tijden. Hoewel technologische toepassingen steeds meer geïmplementeerd worden in de gezondheidszorg en onderdeel worden van het zorgproces, is de inzet en het gebruik ervan niet vanzelfsprekend.

“De zorg wordt niet gekenmerkt door een gebrek aan innovatie, maar juist door een overvloed aan slecht gerunde innovaties. Als gevolg hiervan blijven (positieve) resultaten achter en verlies men het vertrouwen in het innovatievermogen van zorgorganisaties.” (Zorg Enablers, 2020)

Met Zorg Enablers laten wij jaarlijks de belangrijkste technologische ontwikkelingen zien die de toekomst van de zorg kunnen beïnvloeden en zo een bijdrage leveren aan de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg. In de afgelopen vier jaar zijn op die manier ruim 350 innovatieve voorbeelden verdiept en hebben we met ongeveer 40 innovaties een uitgebreide casestudie gedaan om de sleutels voor succesvolle implementatie te ontrafelen. Zes sleutels die hopelijk ook voor andere organisaties de deur openen om samen aan de slag te gaan.

Sleutels zorgvernieuwing

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.     Bij innovatie staat de eindgebruiker centraal

Het grootste gevaar is dat we de nadruk leggen op de technologie zelf en niet op de problemen die moeten worden opgelost of op de waarde die het zou moeten leveren. Alleen de eindgebruiker kan helder het probleem aangeven waar een bepaalde technologie de oplossing voor kan zijn. Ook de ontwikkeling van een duurzame technologie dient samen met de eindgebruiker plaats te vinden. Dat kan op verschillende manieren zoals door het doorlopen en analyseren van de patiënt- of cliëntreis, Design Thinking, diepte-interviews, focusgroepen of Market Research Online Communities (MROC’s). Deze methoden bieden patiënten en cliënten de gelegenheid gedurende hun zorgproces feedback te geven over hun behoefte en (ervaren) kwaliteit van de zorg en daarmee de zorg persoonlijker én predictiever te maken dan in het verleden.

 

2.     Innovatie vraagt om een integrale benadering

Technologie is slechts één ingrediënt van succesvolle innovatie; het is 10% van het innovatieproces. Innovatie betekent ook aandacht voor wetenschappelijk onderzoek en onderbouwing, functioneel toepasbaar ontwerp, duidelijk proces en inrichting en het realiseren van een helder en levensvatbaar model waarmee de zorgorganisatie waarde creëert, levert en behoudt (procesinnovatie). En oog houden voor de zachte kant van innovatie, waarin aandacht wordt besteed aan de relatie met de organisatie en eindgebruiker (sociale innovatie). Innovatie is een continu proces van onder meer procesinnovatie, sociale innovatie en technologische innovatie die het fundament vormen van een duurzame verandering. Enkel nieuwe technologieën uitproberen is niet voldoende.

Het vraagt ondernemerschap om deze verschillende aspecten te verbinden. Welke eisen hieraan worden gesteld, is afhankelijk van de innovatie die je nastreeft. We zien dan ook de opkomst Chief Medical Information Officers(CMIO), Medical Information Officers (MIO’s) en Chief Nursing Information Officers (CNIO): medisch specialisten en verpleegkundigen die de brugfunctie vervullen tussen bestuur, ict-management en de gebruikers. Gezien de integraliteit van innovatie, vraagt innovatiesucces om een bredere blik dan alleen de technologie en daarmee ook om Chief Medical Innovation Officers en Chief Nursing Innovation Officers.

 

3.     Innovatie vraagt om een andere inrichting van de zorg

De noodzaak voor zorginnovatie is voor iedereen die in de zorg werkt duidelijk. Incrementele innovaties geven onvoldoende antwoord; succesvolle zorginnovatie vraagt om out-of-the-box denken. Denk fundamenteel na over welk vraagstuk je wilt oplossen, wat de onderliggende belemmeringen zijn en welke bijdrage technologie kan leveren bij de oplossing. Immers, nieuwe technologie (NT) introduceren in een ‘oude’ organisatie (OO), creëert enkel een verdomd dure ‘oude’ organisatie (VDOO): NT+OO=VDOO.

Succesvolle innovatie vraagt aandacht voor de volgende drie uitdagingen:

  1. Hoe organiseren wij optimale zorg zodat deze kwalitatief, toegankelijk en betaalbaar blijft?
  2. Hoe creëren wij de juiste voorwaarden en ruimte voor vernieuwing?
  3. Hoe zorgen wij ervoor dat we goed voorbereid zijn op de toekomst en wat is daarvoor nodig?

Veel organisaties maken in het kielzog van de corona-uitbraak een herstart met hun strategie en inzet op digitale zorg. Een digitale strategie definieert de manier waarop digitalisering, automatisering en het gebruik van data de patiëntbenadering en zorg- en bedrijfsprocessen verbeteren. Daarnaast geeft het richting aan de ontwikkeling en het gebruik van nieuwe technologie en soms zelfs van nieuwe bedrijfsmodellen. Er gaat in een digitale strategie en bijbehorende agenda, naast de it-infrastructuur, aandacht uit naar onderdelen als management en organisatie, interne én externe procesinrichting en vaardigheden en cultuur van medewerkers en cliënten/patiënten. De uitgangspunten van een digitale strategie worden mede bepaald door de it-infrastructuur.

 

4.     Innovatie is een cyclisch proces van ervaren, leren en aanpassen

Innovatie is geen lineair proces met een helder gedefinieerd begin en eind. Er bestaat geen blauwdruk. De innovatieaanpak is er een van experimenteren en meerdere iteraties. Het is een cyclisch proces met veel kleine stappen. Veel van de stappen geven het gevoel dat je vooruitgaat, maar zo nu en dan word je ook gedwongen weer een paar stappen terug te zetten. Dit vraagt om doorzettingsvermogen en ook de ruimte laten om te falen. Soms leert mens immers meer van een briljante mislukking, dan krampachtig vasthouden aan successen uit het verleden. De gevraagde investering (in tijd, geld, middelen) neemt veelal toe naarmate het proces vordert. Dit komt omdat de iteraties steeds meer tijd vragen en informatie vereisen. De waarde ontwikkelt zich parallel, maar de vruchten worden pas echt geplukt bij implementatie.

 

5.     Creëer de noodzakelijke voorwaarden en vermogen voor innovatiesucces

Het vermogen om te innoveren vergt meer dan een aantal goede ideeën, technologieën of enthousiaste professionals. Er is aandacht nodig voor meerdere elementen, zoals: 1. de innovatieaanpak, 2. de wijze waarop innovatie wordt georganiseerd en gefaciliteerd, 3. de beschikbare middelen, kennis en vaardigheden van zorgprofessionals en eindgebruikers, en 4. de wijze waarop status en voortgang wordt gemeten en innovatie ook binnen een organisatie ondersteund wordt in termen van beloning. Denk bijvoorbeeld aan het realiseren van een structureel investeringsbudget van 2% van de omzet, te besteden aan (digitale) zorgvernieuwing ten behoeve van het verhogen van de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg. Eerder schreven we ook al over oplossingsrichtingen in de bekostigingsjungle van de zorg.

 

6.     Innovatie is het resultaat van co-creatie

Co-creatie is de enige mogelijkheid om de zorg naar de toekomst vorm te geven. Samenwerking biedt de gelegenheid om te komen tot de juiste randvoorwaarden, betere oplossingen, ervaringen en meer toegevoegde waarde voor gebruikers, betrokkenen en de maatschappij. Co-creatie is een transparant proces waar alle relevante partijen actief met elkaar samenwerken en gebruikmaken van elkaars complementaire inzichten, kennis en vaardigheden. Binnen een succesvol ecosysteem zijn alle noodzakelijke rollen vertegenwoordigd om de noodzakelijke randvoorwaarden voor zorginnovatie op financieel, ethisch en juridisch gebied te creëren.

Co-creatie gaat ook over het delen van kennis. Er is veel te doen over ‘not inventend here’ syndroom in de zorg. Veel organisaties proberen toch nog steeds zelf opnieuw het wiel uit te vinden. Maar juist het leren van elkaar en het uitwisselen van succesverhalen én mislukkingen, bevordert onze gezamenlijke leercurve in de zorg.

 

Samen aan de slag voor een succesvolle zorgvernieuwing

Tomas Edison, de uitvinder van de gloeilamp, gaf het al aan: “Innovatie is 1% inspiratie en 99% transpiratie.” Innovatie is niet eenvoudig. Er moet goede regelgeving zijn, de toegevoegde waarde moet aangetoond zijn, alle stakeholders moeten betrokken zijn, er moet voldoende financiering zijn en er moet in sommige gevallen afscheid worden genomen van bestaande manieren van werken. Je hoort enkelen al roepen: “Ja, maar…” Ons antwoord: “Ga samen aan de slag!” Zo verleggen we het accent van analyseren (#watdan?) en agenderen (#hoedan?) naar innoveren (#zodus!).  En kunnen we er daadwerkelijk voor zorgen dat de nieuwe technologieën als enabler zullen werken om onze zorgsector toekomstbestendig te maken.

Meer weten?

De jaarlijkse publicatie Zorg Enablers is een initiatief van BeBright en het National eHealth Living Lab. De publicatie staat boordevol inspiratie en is gratis te downloaden via www.zorgenablers.nl. De volgende editie verschijnt in het najaar van 2021.

Meer weten over Zorg Enablers, de digitalisering in de zorg of zelf graag digitale stappen zetten? Neem dan contact op met: Sjoerd Emonts

Wegwijs in de bekostigingsjungle van de zorg

Wegwijs in de bekostigingsjungle van de zorg

Zorg en ondersteuning zijn georganiseerd in verschillende domeinen (Wmo, Wlz, Zvw), kennen verschillende inkopende partijen (gemeenten, zorgkantoren, zorgverzekeraars), zijn geschoeid op een verschillende sturingsfilosofie en worden binnen verschillende geografische gebieden uitgevoerd. De organisatie en bekostiging van zorg en ondersteuning zijn hierdoor buitengewoon complex geworden. Zorgvernieuwers lopen dan ook regelmatig vast in de ‘bekostigingsjungle van de zorg’. Lees hier over mogelijke oplossingsrichtingen.

 

Inzetten op preventie en predictie in zorg en ondersteuning is complex

Een toenemende druk op zowel de betaalbaarheid van zorg en ondersteuning als de beschikbaarheid van gekwalificeerd zorgpersoneel creëert de noodzaak voor zorgvernieuwing. Ondanks de noodzaak is het voor de organisaties in de zorgketens lastig om de beweging naar meer preventie en predictie in zorg en ondersteuning te organiseren en financieren. De verschillende organisaties werken vanuit de eigen ‘zorg en ondersteuning’ taken met een specifieke financieringsvorm. De kosten van preventie- of predictieprojecten zijn vaak voor rekening voor het ene domein, terwijl de baten voor een ander domein zijn. De financiële schotten binnen het huidige bekostigingssysteem vormen stevige obstakels voor vernieuwers.

Zoals ook gevisualiseerd in onderstaand figuur, gaat de huidige bekostigingssystematiek uit van drie leefwerelden van de burger met betrekking tot de levering van zorg en/of ondersteuning, namelijk: 1. Thuis, 2. Langdurige zorg en ondersteuning, en 3. Curatieve zorg en ondersteuning. Iedere leefwereld kent tegelijkertijd een of meerdere domeinen, inkopende partijen en aanbieders van zorg en ondersteuning.

 

De leefwereld thuis

Het overgrote deel van de Nederlandse burgers woont vitaal thuis. Voor deze burgers zet bijvoorbeeld de gemeente via de omgevingswet in op het stimuleren van een gezonde leefomgeving om zo burgers langer ‘vitaal’ te houden. Tegelijkertijd kan het voorkomen dat burgers (incidenteel) extra zorg en/of ondersteuning nodig hebben, vooral naarmate mensen worden gestimuleerd om langer thuis te blijven wonen. Ze manoeuvreren hierbij tussen verschillende aanbieders in de domeinen van de WMO en ZVW, afhankelijk van hun hulpvraag. De woonsituatie staat in dit geval los van zorg en/of ondersteuning.

 

De leefwereld in de langdurige zorg

In deze leefwereld wonen burgers met een langdurige zorg- en ondersteuningsvraag in een intramurale setting. Zorg en ondersteuning zijn daarbij gekoppeld aan de woonsituatie, met voornamelijk financiering vanuit de Wlz.

 

 

 

 

 

De leefwereld in de curatieve zorg

In deze leefwereld verblijven burgers met een curatieve zorg- en ondersteuningsvraag tijdelijk in een ziekenhuis of zelfstandig behandelcentrum. Bekostiging van deze zorgvraag vindt plaats vanuit de Zvw.

 

 

 

 

 

Ondanks beperkende bekostigingssystematiek zet zorgvernieuwing door

We zien steeds meer varianten ontstaan op de leefwerelden die zich bewegen op de assen tussen de verschillende leefwerelden (zie bovenstaand figuur), en de complexiteit van de bekostiging verder vergroten. Zorgvernieuwingsvarianten die de beweging naar preventievere, predictievere, persoonlijkere en participatievere zorg ondersteunen, en een voorbeeld vormen voor de mogelijkheden van zorgvernieuwing.

 

Voorkomen van zorg

We zien meerdere voorbeelden ontstaan die inzetten op het langer thuis blijven wonen, en daarmee opnamen in een intramurale setting voorkomen. Met nieuwe leveringsvormen zoals het Modulair Pakket Thuis (MPT) of het Volledig Pakket Thuis (VPT) worden wonen en zorg en ondersteuning steeds meer gescheiden. En ook met alternatieve woonvormen zoals ‘knarrenhofjes’ en tijdelijke leveringsvormen zoals respijtzorg om mantelzorgers tijdelijk wat rust te geven, wordt dit doel beoogd. Tegelijkertijd zien we initiatieven ontstaan in de leefwereld thuis om burgers te ondersteunen bij het (langer) vitaal blijven door bijvoorbeeld het sociaal welbevinden te stimuleren of een gezonde leefstijl te promoten. Ook zien we steeds meer initiatieven zoals better in, better out (bijvoorbeeld Fit4Surgery in het Radboudumc) om ligduur in het ziekenhuis te verminderen en eventuele complicaties te voorkomen. En tussenvormen zoals het eerstelijnsverblijf, de geriatrische revalidatiezorg of crisisopvang kunnen opname in het ziekenhuis of vroegtijdige opschaling naar intramurale zorg voorkomen of uitstellen. Dergelijke verblijven vallen momenteel onder verschillende domeinen en inkopende partijen.

 

Verplaatsen of vervangen van zorg

Naast het voorkomen van zorg, zien we ook voorbeelden die juist inzetten op het verplaatsen of vervangen van zorg. Denk aan de groeiende inzet van monitoring op afstand in de curatieve zorg om patiënten thuis te laten verblijven. Of initiatieven zoals het Regionaal Transferpunt om zorgaanbieders te ondersteunen bij (ver)plaatsen van patiënten naar de juiste plekken die passen bij de zorg- en/of ondersteuningsvragen.

Uit de voorbeelden blijkt dat, ondanks de bestaande schotten, er mogelijkheden worden gevonden voor zorgvernieuwing. Tegelijkertijd blijkt zorgvernieuwing vaak een lange weg te zijn en vraagt het doorzettingsvermogen en creativiteit van de zorgvernieuwers. Er zijn inmiddels talloze fondsen en subsidies beschikbaar voor zorgvernieuwing, maar vaak worden deze na de projectfinanciering niet gecontinueerd dan wel opgeschaald. En te vaak is de opbrengst van zorgvernieuwing niet inzichtelijk (gemaakt), waardoor het maar zelden resulteert in doelmatigheidswinst. Kortom, voor de financiering lopen vernieuwers nog regelmatig vast.

 

Oplossing 1: Inzetten op financiële manoeuvreerruimte voor inkopende partijen

Het demissionair kabinet werkt momenteel aan een wet om meer samenwerking over de verschillende zorgdomeinen te stimuleren. Met deze wet moet het voor de inkopende partijen meer lonen om te investeren in preventieve maatregelen om duurdere zorg te voorkomen of uit te stellen. Ook stimuleert dit zorgkantoren om preventieve maatregelen te monitoren en evalueren, zodat zij kunnen leren en verbeteren in het herkennen van doeltreffende en doelmatige maatregelen. Recent werd nog aangetoond dat domeinoverstijgend samenwerken een flinke doelmatigheidswinst kan opleveren[i]. Weliswaar stijgen de gemiddelde kosten in de Wmo en Zvw, maar daar staat een aanzienlijke kostenbesparing in de Wlz tegenover. Daarnaast stijgen de cliënt- en medewerkerstevredenheid als de schotten tussen Wlz, Zvw en Wmo worden weggehaald. Ook in de Dialoognota Ouder Worden 2020-2040 van het ministerie van VWS van februari 2021 werd een stelselwijziging voorgesteld, met diverse beleidsopties om de betaalbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid van de ouderenzorg te verbeteren[ii]. De beleidsopties zijn gericht op meer preventie, meer zelf doen, meer samendoen en zwaardere zorg voorkomen (of uitstellen). Het ondersteunen van ouderen in zelfredzaamheid en aanpassingen in het stelsel. Partijen zien overigens niet iets in een majeure stelselwijziging, maar een vereenvoudigd en ontschot stelsel biedt informele en formele zorgverleners de ruimte om op basis van kennis en expertise ondersteuning te bieden die aansluit bij de wens en het vermogen van ouderen om van betekenis te zijn voor hun omgeving[iii].

 

Oplossing 2: Bewegen naar waardegedreven zorg en ondersteuning

“Aanpassing van het stelsel is noodzakelijk. Er zijn prikkels nodig die aanzetten tot samenwerking en bijdragen aan ervaren samenhang voor burgers en professionals. En kaders die zorgen voor heldere afspraken over verantwoordelijkheden en eigenaarschap, juist nu steeds meer verschillende samenwerkingsverbanden zullen ontstaan”, zo stelt de Raad Volksgezondheid & Samenleving (RVS) in hun onlangs verschenen rapport [iv]. De RVS pleit hiermee voor een beweging van de huidige productiegedreven zorg, met een focus op verrichtingen, naar waardegedreven zorg en ondersteuning, met een focus op kwaliteit van leven. De Raad komt tot de volgende vijf concrete aanbevelingen met betrekking tot de bekostiging:

  1. Zorg voor passende financiering (grensbudget), regelgeving (uitzonderingsbepaling) en discretionaire bevoegdheid voor bestuurders om grensconflicten op te lossen tussen wetten, organisaties en domeinen
  2. Stimuleer het werken aan een gedeeld belang boven het instellingsbelang, in het bijzonder daar waar samenwerking cruciaal is voor goede zorg en ondersteuning
  3. Versterk in het bijzonder samenwerking tussen het sociaal domein (Wmo, jeugdzorg en participatiewet) en de zorg (met name de eerste lijn)
  4. Voorkom dat ouderen en zorgverleners gehinderd worden door de complexe bekostiging in de ouderenzorg
  5. Stimuleer blended care: een mix van digitale en fysieke zorg

 

BeBright maakt zorgvernieuwers wegwijs in de bekostigingsjungle van de zorg

De verkenningen van het ministerie van VWS en adviezen van RVS komen niet plots uit de lucht vallen. Bij de formatie van het voorgaande kabinet in 2017 werd al door meerdere partijen gepleit voor waardegedreven bekostiging. BeBright zoekt samen met zorgvernieuwers en systeempartijen naar oplossingen in de bekostigingsjungle van de zorg. Zo faciliteren we samen met het ministerie van VWS de maatschappelijke dialoog over de toekomst van de ouderenzorg. We zetten met programma’s als de Digitale ZorgZandbak en 2Diabeat in om samen met innovators, systeempartijen en de overheid de laatste hordes in digitale zorginnovatie en leefstijlinterventies te nemen. We ondersteunen regio’s in het vormen van regionale innovatieagenda’s en bestuursstructuren. En met onder meer impactmetingen en maatschappelijke kosten-batenanalyses ondersteunen wij zorgvernieuwers bij het creëren van een helder beeld van de kosten en (maatschappelijke) baten.

Uiteindelijk kent ieder bekostigingssysteem voor- en nadelen. Maar dat moet ons er niet van weerhouden om zorgvernieuwingen door te voeren die bijdragen aan de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg. Doordat we met elkaar inzetten op het inventariseren van de knelpunten en het gezamenlijk verkennen van de oplossingsrichtingen en toegevoegde waarde, wint de systeemwereld het niet van de maatschappelijke en persoonlijke waarde die zorgvernieuwing brengt. Laten we daar vooral samen op blijven inzetten!

 

Meer weten?

Meer weten over de bekostigingsjungle van de zorg of zelf graag innovatieve stappen zetten? Neem dan contact op met Philip Idenburg of Sjoerd Emonts

__________________________________________

[i] Ministerie van VWS. Domeinoverstijgend samenwerken in de praktijk – eindrapportage monitoring en evaluatie. Januari 2021

[ii] Ministerie van VWS. Dialoognota Ouder Worden 2020-2040. Februari 2021

[iii] Minstierie van VWS. Kamerbrief, Aanbieding Dialoognota Ouder Worden 2020-2040. April 2021

[iv] Raad Volksgezondheid & Samenleving. Wissels omzetten voor een veerkrachtige samenleving: vier prioriteiten voor de nieuwe kabinetsperiode. Maart 2021

 

 

BeBright strategisch partner van Avicenna Excellence Program

BeBright strategisch partner van Avicenna Excellence Program

BeBright houdt zich bezig met de zorginnovatie van morgen. Een essentieel onderdeel hiervan is investeren in de nieuwe generatie zorgprofessionals. Daarom is BeBright strategisch partner geworden van het Avicenna Excellence Program: een programma dat getalenteerde masterstudenten en young professionals met affiniteit voor de zorg samenbrengt en deelnemers de kennis en tools geeft om bij te dragen aan zorgvernieuwing en -transformatie.

Het Avicenna Excellence Program

Het Avicenna Excellence Program is begin 2015 opgericht om de samenwerking in de zorg, en daarmee waardevolle innovatie in de zorg, te verbeteren. Masterstudenten met interesse in de gezondheidszorg werden niet voldoende blootgesteld aan de interprofessionele en industriële aspecten van de zorg. Professionals uit de verschillende velden van de zorgsector, de industrie, de overheid en de wetenschap kunnen ervoor zorgen dat de patiënt centraal staat en de best beschikbare zorg krijgt. Door masterstudenten en young professionals met verschillende achtergronden bij elkaar te brengen, creëert Avicenna een professionele sfeer waarbinnen deelnemers met elkaar samenwerken, elkaar uitdagen en innoveren binnen verschillende zorggerelateerde thema’s zoals preventie en technologie. In kleine teams werken deelnemers aan nieuwe oplossingen voor een toekomstbestendige zorg.

Het programma bestaat uit:

  • Inspirerende lezingen over de toekomst van de zorg en zorgvernieuwing
  • Presentatie van aansprekende voorbeelden van zorgvernieuwing uit de praktijk
  • Samenwerking in interdisciplinaire teams aan concrete zorgvernieuwing

 

Avicenna Excellence Program aanbod

 

BeBright partner van Avicenna Excellence Programa 

Avicenna is, ter uitvoering van het programma, te gast bij BeBright in de Jaarbeurs Innovation Mile. BeBright-adviseur Sjoerd Emonts begeleidt als coach een innovatieteam en Philip J. Idenburg verzorgt de key note lezing. Andere professionals die onder meer een lezing verzorgen zijn: Machteld Huber van IPH, Gerard Schouw van Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen, Wout Adema van Zorgverzekeraars Nederland, Michel van Schaik van de Rabobank, Leonard Witkamp van Ksyos, Hans de Jong van Philips en Erik Gerritsen van het ministerie van VWS.

Op 11 juni 2021 vindt het eindevent plaats, waar de verschillende deelnemende teams strijden om de ‘Avicenna Best Healthcare Innovation 2021’. De beloftevolle innovaties worden daarna ook verder opgeschaald om een duurzame impact te maken in de gezondheidszorg.

BeBright is trots om strategisch partner te mogen zijn van dit waardevolle programma. Zo investeren we in een nieuwe generatie professionals voor een toekomstbestendige zorg!

 

Meer weten over dit programma of de samenwerking?

Neem dan contact op met Philip Idenburg of Sjoerd Emonts.

 

 

 

Whitepaper: In samenwerking met experts naar een voedingsvisiemodel voor Nederlandse ziekenhuizen

Whitepaper: In samenwerking met experts naar een voedingsvisiemodel voor Nederlandse ziekenhuizen

Steeds meer ziekenhuizen introduceren hun eigen voedingsconcepten en voedingsinitiatieven waarbij de patiënt centraal staat. Om voeding structureel op de agenda’s in de zorg te krijgen, is echter een integrale voedingsvisie nodig. Een voedingsvisie die verder gaat dan de gezondheidsvoordelen voor patiënten en die tevens inzet op duurzaamheid, scholing en samenwerking. In samenwerking met experts, ontwikkelden we een voedingsvisiemodel voor Nederlandse ziekenhuizen.

Op weg naar een integrale visie

In de praktijk besteden veel ziekenhuizen* aandacht aan voeding. Van een integrale voedingsvisie is echter nog maar in beperkte mate sprake. Alleen een integrale visie zet het onderwerp consequent op de agenda van de zorgprofessionals, bestuurders en managers. Voeding mag niet langer uitsluitend het domein van de diëtist en de facilitaire dienst zijn, maar ook bestuurders, managers, medische professionals, verpleegkundigen en verzorgenden dienen zich ermee bezig te houden. Met als doel het verbeteren van patiëntenzorg, verlagen van de zorgkosten, en het bijdragen aan de gezondheid van ziekenhuisbezoekers en -medewerkers.

Een voedingsvisiemodel voor ziekenhuizen

Op basis van literatuuronderzoek, praktijkvoorbeelden en gesprekken met experts is door Diagnose Voeding & Gezondheid een voedingsvisiemodel ontwikkeld. Het voedingsvisiemodel bestaat uit vijf elementen waaraan strategische uitgangspunten ten grondslag liggen. Hieronder zijn de vijf elementen kort uitgelicht.

  • Element 1: Een prominente rol voor, tijdens en na de behandeling voor voeding
    Het is belangrijk om voeding voor, tijdens en na de behandeling van ziekte een prominente rol te geven, zodat het onderdeel uitmaakt van elke multidisciplinaire behandeling. Voeding kan in potentie namelijk bijdragen aan preventie, behandeling, genezing en herstel van ziektes.
  • Element 2: Bijdragen aan welzijn en herstel door specifieke voedingsconcepten
    Het voedingsaanbod voor patiënt kan vastgelegd worden in een voedingsconcept. Zo’n concept omvat alle aspecten die met voeding te maken hebben, van inkoop tot afvalverwerking. Het kan elementen omvatten als conditieverbetering en verhoging van de eiwitinname van de patiënt, maar ook maaltijdbeleving, smaak en tevredenheid bij patiënten en vermindering van voedselverspilling.
  • Element 3: Een gezonde en duurzame eetomgeving voor medewerkers en bezoekers
    Een gezondere en duurzamere voedselomgeving in én om het ziekenhuis draagt bij aan het stimuleren van een gezondere voedselkeuze voor medewerkers en bezoekers. Daarnaast past een gezond en duurzaam voedselaanbod bij de voorbeeldfunctie van een ziekenhuis.
  • Element 4: Zinnige voedingszorg door screening en monitoring
    Screening identificeert kwetsbare patiënten zodat zij de gewenste (preventieve) voedingsbehandeling krijgen. Monitoring zorgt voor continue regulering, aanscherping en bijstelling van de voeding.
  • Element 5: Kennisdeling onder medewerkers, studenten en organisaties
    Het is cruciaal dat zorgprofessionals over voldoende kennis beschikken en het belang van voeding bij ziekte beseffen, aangezien 95% van de bevolking de arts ziet als een betrouwbare informatiebron van gezonde voeding.
Ieder Nederlands ziekenhuis een integrale voedingsvisie

De aandacht voor gezonde voeding neemt toe. Het voeden van patiënten wordt niet meer enkel als kostenpost of facilitair proces gezien. Toch willen wij ziekenhuizen aanmoedigen kritisch te kijken naar wat er werkelijk gebeurt op de verschillende elementen. De beschreven elementen in het voedingsvisiemodel vormen het vertrekpunt voor het creëren van een voedingsvisie. Start het gesprek daarover en bedenk wat je als ziekenhuis wilt uitdragen. Laten we binnen nu en tien jaar toewerken naar een situatie waarin ieder Nederlands ziekenhuis, naast een gezond voedingsaanbod voor patiënten, medewerkers en bezoekers een integrale voedingsvisie en heeft waarin voeding de plek heeft die het verdient.

De bevindingen op dit thema zijn verschenen in het nieuwe whitepaper van Diagnose Voeding & Gezondheid: ‘Op weg naar een integrale voedingsvisie voor Nederlandse ziekenhuizen’.

Download hier de verschillende whitepapers van Diagnose Voeding & Gezondheid nu gratis!

Meer weten?
Meer weten over het voedingsvisiemodel? Neem contact op met Irene Mommers. Wilt u altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws op het gebied van voeding en gezondheid? Wilt u de ontwikkelingen binnen het driejarige programma Diagnose Voeding & Gezondheid niet missen? Benieuwd waar de kansen liggen voor innovaties en doorbraken op dit thema? En hoe we door het versnellen van deze innovaties maatschappelijke impact creëren? Schrijf u dan ook in voor onze nieuwsberichten vanuit Diagnose Voeding & Gezondheid.

*Hoewel dit onderwerp evenveel aandacht verdient te krijgen binnen verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorgorganisaties (VVT-instellingen) ligt in het whitepaper ‘Op weg naar een integrale voedingsvisie voor Nederlandse ziekenhuizen’ de focus op ziekenhuizen. Uiteraard is het ontwikkelde voedingsvisiemodel van toepassing op een breder spectrum van organisaties en sectoren.

Lancering Langerthuiswonen.nu – Veilig en comfortabel oud worden in eigen huis

Lancering Langerthuiswonen.nu – Veilig en comfortabel oud worden in eigen huis

Rabobank Noord-Limburg heeft samen met inwoners, ondernemers, gemeenten en instellingen een inspirerende, maatschappelijke agenda voor de regio opgesteld. Wij hebben de Rabobank het afgelopen jaar mogen begeleiden bij het realiseren van hun innovatie-agenda. Zo wordt met het initiatief ‘Langerthuiswonen.nu’ ingezet op het vergroten van het bewustzijn over de mogelijkheden om langer thuis met technologie te kunnen wonen.

Woonbehoeften veranderen

Langerthuiswonen.nu is één van de projecten die deel uitmaken van het programma ‘Samen voor de gezondste regio 2025’, het maatschappelijke programma van de Rabobank Noord-Limburg. De werkgroep ‘Langer thuis met technologie’ heeft zich onder regie van BeBright het afgelopen jaar gebogen over de vraag hoe het mogelijk is om in een thuissituatie veilig en comfortabel oud te kunnen worden. Deze werkgroep, bestaande uit enthousiastelingen met verschillende achtergronden uit de gemeenten Horst aan de Maas en Venray, is erop gericht om particuliere woningbezitters in de regio Horst Venray tijdig te attenderen op de mogelijkheden om meer uit hun woning te kunnen halen middels kleine of grotere aanpassingen.

“De populatie in de regio Horst Venray vergrijst en woonbehoeftes veranderen. Daarnaast stijgt, mede door de vergrijzing, de druk op de (mantel)zorg en ontstaat er een groeiende druk op de woningmarkt,” aldus Adri van Kreeke, voorzitter van de werkgroep. “De uitdaging is om een passend woningaanbod te creëren in de regio dat beter aansluit op de behoefte van een vergrijzende maatschappij. Een levensloopbestendige woning heeft voorzieningen die het mogelijk maken om in de thuissituatie veilig en comfortabel oud te worden.” De werkgroep heeft geconstateerd dat er nog onvoldoende gebruik gemaakt wordt van de technologie om langer thuis te blijven wonen.

Alle mogelijkheden te vinden op één platform

Om deze boodschap kracht bij te zetten zijn er drie gadgets ontwikkeld, namelijk de Thuistechnologiebox, de Interactieve demowoning én de Langer thuis wonen Label-test. Deze middelen geven op hun eigen manier een inkijkje in de mogelijkheden die momenteel beschikbaar zijn om langer thuis te kunnen wonen. Deze mogelijkheden hebben betrekking op de veiligheid, toegankelijkheid, bereikbaarheid en het comfort van een woning.

Op de website www.langerthuiswonen.nu is het mogelijk om door een fictieve woning te lopen en te ontdekken wat er tegenwoordig allemaal kan in huis. Daarnaast geeft de papieren box de mogelijkheid om zelf een woning in elkaar te zetten en hier een real-life kijkje in te nemen. Voor alle huizenbezitters is het tevens mogelijk om een online vragenlijst in te vullen om zo te kijken of jouw woning toekomst-proof is.

De komende periode zal het platform doorontwikkeld worden en de impact vergroot. Hiermee is voor de regio een uniek en onafhankelijk platform ontwikkeld dat daadwerkelijk inspeelt op een maatschappelijke behoefte en activiteiten van regionale partners versterkt.

Over Samen voor de Gezondste Regio

BeBright ondersteunde de Rabobank ook in het vormgeven van het programma Samen voor de Gezondste Regio 2025. Pim Rohenkohl, voormalig programmamanager Samen voor de Gezondste Regio 2025, beschreef het programma eerder al als een ontdekkingstocht om samen met de regio tot concrete innovaties te komen: “We zijn gestart met een regioscan om het ‘waarom’ in beeld te krijgen: kansen en mogelijkheden om de regio te versterken. In dialoogsessies en design thinking workshops hebben we met meer dan 100 regionale stakeholders het ‘hoe’ ingevuld. De ideeën die daar naar voren kwamen, vormen onze maatschappelijke innovatieagenda. We hebben daarbij ook gekeken waar zowel de Rabobank als betrokkenen een rol kunnen nemen. Rabobank gaat nu samen met de community voortbouwen op deze agenda om bij te dragen aan de vitaliteit van de regio.”

Meer weten?
Zelf aan de slag met de regionale innovatieagenda? Of bezig met het stimuleren van de samenwerking tussen stakeholders in uw regio? Neem contact op met Jules Coenen als u meer wil weten over het versterken van de sociaaleconomische vitaliteit van uw regio.

 

Acute zorg: als elke seconde telt

Acute zorg: als elke seconde telt

BeBright is momenteel op meerdere fronten actief in de acute zorg, zowel preventief als predictief. We brengen zorgpartijen samen om gegevensuitwisseling in de acute zorg effectiever te maken. Via het uitbrengen van Zorg Enablers 2020 hebben we zicht op eHealth toepassingen. Vanuit onze initiatieven ontstaat inzicht in de rol en toegevoegde waarde van digitale middelen. In dit artikel geven we een aantal praktische suggesties om de acute zorg verder te verbeteren. Dit resulteert in acht gelukwensen voor 2021.

Via deze link is de reflectie van BeBright te vinden op de acht vraagstukken die resulteren in de gelukwensen voor 2021.

De acute zorg is volop in beweging

Steeds vaker worden kansen benut die de medische en technologische vooruitgang biedt. Door gebruik van smartphones, apps en nieuwe media wordt het eenvoudiger om snel verbinding met elkaar te maken en medische gegevens uit te wisselen. Daarmee verandert steeds meer de aard en de wijze en het moment waarin de zorgvraag zicht presenteert. Het heeft impact op de wijze waarop de zorg aangeboden wordt. Het vertrouwen in de acute zorg is in Nederland hoog. Met personeelstekorten in de zorg en verandering van de demografische samenstelling – we worden steeds ouder – voelt een steeds grotere groep de noodzaak om aan de slag te gaan met technologische vernieuwing en het bieden van de juiste zorg op het juiste moment. Het vraagt om stappen te maken als het gaat om instroom, doorstroom en uitstroom van patiënten vanuit de acute zorg.

Voor de uitbraak van COVID-19 was het al op beperkte schaal mogelijk om binnen de acute keten snel te schakelen tussen huisarts, ambulance, SEH en IC. COVID-19 heeft voor een versnelling gezorgd op veel fronten. Door COVID-19 zagen we het belang van een goede capaciteitsverdeling, niet alleen binnen de acute zorg maar juist over de hele keten. Als patiënten beter doorstromen is er immers meer ruimte voor de acute zorg. Het is veel beter inzichtelijk geworden waar capaciteit beschikbaar is zodat patiënten nog beter en sneller op de juiste plek behandeld worden. Ook het triageproces speelt steeds beter in om de juiste zorg, door de juiste professional op de juiste plek te krijgen. Tegelijkertijd zien zorgverleners, – bestuurders, toezichthouders en beleidsmakers door de continue druk op de acute zorg waar de zorg knelt en wat er beter kan. Een greep uit een aantal willekeurige voorbeelden:

  • Uitstel van regulier planbare zorg betekent dat de zorg voor patiënten het risico lopen om acuut van aard te worden. Deze groep patiënten loopt nu risico op gezondheidsschade. Extra druk op de reguliere zorg betekent een slechtere doorstroming van acute patiënten.
  • Nog steeds vindt er soms overdracht tussen ambulances en SEH plaats met aantekeningen die worden gemaakt op de handschoen van een ambulancebroeder waardoor bij de SEH onderzoek opnieuw gedaan moet worden.
  • Buiten de doordeweekse werktijden van de huisarts zien we pieken in de zorgverlening die niet altijd even goed kunnen worden opgevangen. Zo is de vrijdagmiddag na sluiting van de huisartsenpraktijk een lastig moment. De ervaring leert dat er dan een groter beroep wordt gedaan op ambulances en patiënten zich niet zoals bedoeld eerst op de huisartsenpost melden.
  • Er wordt veel onderzoek gedaan naar het optimaal inzetten van de juiste zorgverlener en de juiste wijze van vervoer. Er wordt er steeds meer gebruik gemaakt van data-analytics waardoor beter voorspeld kan worden welke vervoersvormen beschikbaar moeten zijn.

De acute zorg kan beter

Het afgelopen jaar is er met man en macht gewerkt aan de verdere professionalisering van de acute zorgketen. Een greep uit een aantal beleidsinitiatieven:

  • Kwaliteitskader Spoedzorg (laatste versie is vastgesteld in het kwaliteitsregister van het Zorginstituut in februari 2020).
  • informatiestandaard acute zorg (verbonden aan dit kwaliteitskader) bevat afspraken welke informatie uitgewisseld moet worden.
  • Kwaliteitskader ambulancezorg versie 1.0
  • Houtskoolschets acute zorg van VWS (juli 2020): een perspectief waarbij betrokken partijen uitgenodigd zijn om actief mee te denken over de inrichting en financiering van de acute zorg.
  • Programma ‘Met spoed beschikbaar’ is een opdracht van Patiëntenfederatie Nederland en InEen aan Nictiz en VZVZ om er voor te zorgen dat de informatiestandaard acute zorg gaat werken.

Werk aan de winkel
Er is dus werk aan de winkel maar wel met een lonkend perspectief: forse kwaliteitswinst en een beter toegankelijke zorg.

Via deze link is de reflectie van BeBright te vinden op de acht vraagstukken die resulteren in de gelukwensen voor 2021.

Meer weten? Neem contact op met Philip J. Idenburg of Jeroen Geelhoed.